Renovatie van scholen is vaak hard nodig, die gemiddeld 40 jaar oud zijn. Maar het gebeurt niet, door geharrewar tussen schoolbesturen en gemeenten. Gemeenten en schoolbesturen zien de noodzaak van aanpakken van het binnenklimaat wel, maar oebatten over wie welke kosten moet dragen, zo zegt Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland. Hij eist samen met Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van FME, dat er nu actie volgt, desnoods van het kabinet.
Ineke Dezentjé Hamming, voorzitter van de ondernemersorganisatie voor de technologische industrie FME, onderstreept de problemen: "We weten allemaal dat de meeste schoolgebouwen ’s zomers te warm zijn. En de winters zijn niet beter. Dan zijn de scholen juist te koud, terwijl ze het hele jaar door een slecht binnenklimaat hebben. Dat is te verhelpen, als schoolbesturen en de politiek weten wat er moet gebeuren. Daarom willen we graag CO2, fijnstof en temperatuur per school in kaart brengen en monitoren, en de uitkomsten daarvan openbaar maken.”
Volgens Dezentjé geeft monitoren ook inzicht hoe technologie de leerprestaties positief beïnvloedt. Dan weten het schoolbestuur en de gemeente wat de beste investeringsbeslissingen zijn, per gebouw. “Maar individuele schoolbesturen hebben maar zelden ervaring met het ingrijpend renoveren van hun gebouwen. Om veel meer scholen gezond en energiezuinig te maken, zou kennis en kunde van dat soort bijzondere verbouwingen geclusterd moeten worden. Bijvoorbeeld op één plek in de gemeente. Dan hoeft een volgende school niet opnieuw het wiel uit te vinden."
Deze problemen met gebouwen zijn hardnekkig. Maxime Verhagen, voorzitter van Bouwend Nederland: "Dat komt door een systeemfout in de onderwijshuisvesting, want daarin bestaan maar twee smaken: ‘nieuwbouw’ en ‘onderhoud’. Dus ‘renovatie’ of ‘verduurzaming’ bestaat in het systeem niet. Gemeenten en schoolbesturen zien de noodzaak van monitoring van het binnenklimaat wel, ook onderkennen ze de noodzaak van gerichte investeringen in renovatie en verduurzaming. Maar ze blijven vaak soebatten over wie welke kosten moet dragen. Daar schieten de kinderen niets mee op."
"De Tweede Kamer ziet dat ook en dringt aan op actie. Maar staatssecretaris Dekker wil ‘renovatie’ nog steeds niet regelen in de wet. De PO-Raad (primair onderwijs raad) en VNG (vereniging Nederlandse gemeenten) proberen hier namelijk onderling afspraken over te maken. In het derde kwartaal van 2016 moet dat tot positief resultaat leiden. Zo niet, dan ligt de bal bij de staatssecretaris. Haast lijkt hij nog niet te hebben."
Dezentjé: "Het kan zo natuurlijk niet verder. Daarom roepen we de staatssecretaris op tot actie: wacht niet op de PO-Raad en VNG. Maak zelf ook alvast een regeling en reserveer budget. Laten we geen tijd verliezen. Als de PO-Raad en de VNG er dan niet uit komen, dan kan de staatssecretaris direct zijn voorstel indienen bij de ministerraad. Dan kan het kabinet er snel voor zorgen dat schoolbesturen samen gaan werken, zodat ze als opdrachtgever professioneel en efficiënt al deze hoognodige renovaties laten uitvoeren. Nog deze Kabinetsperiode kan dan begonnen worden met het onderhanden nemen van de schoolgebouwen. De staatssecretaris kan zijn periode zo afsluiten met een belangrijke beslissing, waardoor alle leerlingen en docenten nog jarenlang goed kunnen leren en lesgeven in een gezond, passend en energiezuinig gebouw."
Bron: FME